Diervriendelijk
Vegetarische principes; waar leg je de grens
Vegetariër en een huisdier
In mijn leefstijl is een huisdier een ‘ding’, er kleven mij teveel ‘bezwaren’ aan de meeste huisdieren. Sowieso een gekooid huisdier. Een dier in een kooi past niet bij mijn principes.
Dat gevoel is gegroeid. Vroegah had ik allerlei dieren. Honden, konijnen, cavia’s, ratjes, vogels… Maar hoe ouder ik werd, hoe meer het me ging tegenstaan. Veel honden zo verfokt, dat ze standaard allerlei ziektes krijgen, een cavia in een kooi terwijl die in het wild een territorium van zo’n 1280m2 heeft. Een vogel die z’n vleugels nauwelijks gebruiken kan, …. mmmm… nee, dat trok ik op een gegeven moment niet meer.
Vegetarische principes en vleeseters
Ik ben opgegroeid tussen de honden. Mijn ouderlijk huis was een woonboerderij en naast onze eigen 4 honden, kwam er regelmatig tijdelijk een hond bij ons wonen die wachtte op een nieuwe baas. 5, 6 honden op ons terrein, was dus heel gewoon.
Zonder hond voel ik me…’kaal’, al weerspiegeld dat woord niet m’n gevoel.
Mijn grens was jaren lang duidelijk; behalve als hondenbrokken, komt er absoluut, in geen enkele vorm, een dood dier in mijn huis. Want alhoewel een hond vegetarisch schijnt te kunnen eten, wil ik daarmee niet ‘experimenten’. Mijn hond geef ik dus vlees. In onherkenbare brokken weliswaar, maar desalniettemin een dood beest. Dat schuurt, want dat is precies waar mijn moeite ligt bij veel vlees eters; ‘zolang je niet ziet dat het een stuk van een dier is, wil ik het wel’. Ook voor mijn hondenbrokken geldt, er worden beesten gekooid en gedood, opdat mijn hond kan eten.
Mijn honden en ik
Maar daar dacht ik allemaal nog niet over na toen ik het huis uitging. Het eerste wat ik deed was naar het asiel. Met een bastaard riesenschnauzer kwam ik weer thuis. Om de één of andere vage reden was de schnauzer de hond aan wie ik mijn hart verpande. Sindsdien heb ik altijd één of meer schnauzers gehad.
Gaia aan mijn zij
Zo nu mijn kleine Gaia. In tegenstelling tot mijn andere stoere honden, een ‘poppetje’. Een écht klein en fijn meisje. Een knuffeltje, bang in de grote wereld, maar thuis altijd vrolijk huppelend naast m’n zij.
Op m’n bureau als ik werk, naast me in de keuken als ik kook. Samen wachten ‘op de baas’ in de auto en samen besjes eten in de tuin.
Mijn poppetje is ziek
En nu is ze ziek. Heel ziek. Ze heeft al een dikke 2 maanden diaree, is graad mager en haar mooie glanzende haar is, ze op enkele plekken na, verdwenen. Ook ’s nacht’s moet ik zo’n beetje om het uur met haar naar buiten, maar ze blijft vrolijk huppelen en met haar zwarte kraaloogjes kijkt ze me knuffelig aan.
Geen pil, kuur noch ander voer helpt. De dierenarts staat voor een raadsel. “Ze neemt waarschijnlijk geen eiwitten meer op” zo was zijn conclusie na bloedonderzoek.
Gister weer met haar bij de dierenarts. “Ze moet dagelijks alvleesklier eten, van een rund” was zijn advies.
Hoezo principes…
En alhoewel ik elke dag, verontschuldigingen mompelend, probeer in onschuld de restjes dood-dier-in-hondenbrokken van mijn handen te wassen, hing ik vanochtend zonder boe of bah, om 9 uur met de slager uit het dorp aan de telefoon: “mijn hond is ziek: hebt u dagelijks een alvleesklier van een rund voor mij?”
Vegetarische principes; mijn hond bepaald dus kennelijk mijn grens.